Herziene uitgave
Dit boek is een herziene uitgave (2016) van het eerste exemplaar dat in 1979 werd uitgegeven. Onderwerpen en thema's die in de tussen die in de jaren '90 en begin '00 enigszins in de vergetelheid zijn geraakt zijn de laatste jaren weer enorm actueel geworden. Thema's als zelfvoorzienend leven, moestuinieren, zelf slachten, eigen kleding maken, wildplukken en waardering voor ambachten weer enorm actueel geworden.
Auteurs: Louis de Koning Bert Zeijlstra
Afmetingen: 25x256x205 mm
Gewicht: 977,00 gram
Verschijningsdatum: augustus 2016
ISBN10 946250136X
ISBN13 9789462501362
Afmetingen: 25x256x205 mm
Gewicht: 977,00 gram
Verschijningsdatum: augustus 2016
ISBN10 946250136X
ISBN13 9789462501362
Kleinschalig wonen, werken, eten en samenleven in de natuur
Het boek gaat uit van kleinschalig wonen en werken als antwoord op allerlei ongewenste effecten van grootschaligheid. Niet in de laatste plaats het vernietigende effect dat grootschalig leven en produceren heeft op de natuur en het klimaat op deze aardbol.Opbouw van het boek
Het is goed om eens stil te staan bij de vraag of we écht alles nodig hebben wat we nu hebben. En dan blijkt dat we eigenlijk met veel minder toekunnen dan nu het geval is. Dat is niks nieuws en ook geen 'rocketscience', maar wel goed om eens wat vaker te beseffen.
Het boek heeft een haast chronologische opbouw en volgt daarbij de eerste levensbehoeften: vuur maken, warmte en licht, verzamelen en jagen. Terug naar de natuur betekent terug naar de basis. De rest van het boek ontvouwt zich in het verlengde daarvan:
- Kleinschalige economie
- Vuur maken
- Warmte en Licht
- Verzamelen
- Jagen
- Landbouw
- Tuinbouw
- Veeteelt
- Voeding
- Slachten
- Zorgen voor morgen (bewaartechnieken)
- Honing en was
- Genieten
- Pottenbakken
- Kleding
- Wonen
- Werktuigen
- Geneeskruiden
De basis vormt het zelfverzorgende schermdorp waarin mensen wonen en werken met elk hun eigen specifieke kennis. Zo heb je in zo'n dorp onder andere een veehouder nodig, iemand die gewassen teelt, een imker en iemand die werktuigen kan maken. Verder nog wat mensen die aardig voedsel kunnen bereiden en bewaren en iemand die de gezelligheid bewaakt door rookwaren te maken en alcohol te stoken.
Bij het schermdorp blijf ik met een aantal vragen zitten. Hoe start je eigenlijk zo'n schermdorp? Waar begin je, hoeveel hectare grond heb je daarvoor nodig? Is er geld of een ander ruilmiddel in zo'n dorp?
Wat te doen als er conflicten of andere narigheid ontstaat? Kom je dan bijvoorbeeld toch weer in een soort hiërarchische verhouding tot elkaar? En meer praktisch van aard: hoe kom je aan alle spullen? Zeker hout en ijzer is nodig voor het bouwen van woningen en het maken van gereedschap. Hout kan je nog laten groeien in bosjes, maar ook dat kost tijd. En als je veel van die schemerdorpen aan elkaar 'koppelt' verval je dan niet opnieuw in een vorm van grootschaligheid, zij het in geringere mate?
Op dit moment zijn er over de wereld diverse gemeenschappen die zelfvoorzienend en 'offgrid' leven, maar daar gaat dit boek verder niet op in. Wellicht moet ik het idee van een schermdorp meer lezen als een ideologie, als een 'stip-op-de-horizon' om maar eens in hedendaagse grootschalige managementtermen te blijven.
Over de auteurs
De auteurs, Louis de Koning en Bert Zeijlstra, zijn twee ecologen. De schrijversgenen bevatten een vleugje van Maarten 't Hart, een klodder Openluchtmuseam en een toefje van je oma/opa. Het nuchtere van van 't Hart, het relativerende maar immer interessante en inzichtelijke Openluchtmusem en de heerlijke warmte en handigheid van je oma/opa. Daarmee vormt het boek een kroon op het jarenlange proces van ontwikkeling van overlevingstechnieken die evolueren en heeft het geresulteerd in een echt overzichtsboek verpakt voorzien van een aantrekkelijke schrijfvorm.
Over het boek
Zodra je het boek openslaat kun je niet om de schitterende illustraties van Bert Zeijlstra en Roeloff Manuputty heen. Het is alsof je door het aantekeningenboek van iemand bladert. Duidelijk en zonder opsmuk, maar gedetailleerd waar nodig en met een vleugje zwier. De kleurentekeningen en de technische tekeningen doen me nog het meeste aan de boeken van Rien Poortvliet denken (bijv. Te Hooi en te Gras).
Tot slot
Met deze herziene uitgave heeft het boek de tand des tijds zeker doorstaan. Het is een volledig verzamelboek van kennis en technieken. De keerzijde van zoveel kennis verwerkt in één boek is dat het wat oppervlakkig blijft. Heel veel onderwerpen worden kort beschreven en uitgelegd, maar wil je meer weten over een onderwerp, dan zul je toch meer specialistische info moeten opzoeken.
Van een aantal thema's had ik graag wat meer willen lezen. Zoals wat je allemaal kunt met wind- en zonenergie. Op dit moment beperkt zich dat slechts tot een technische beschrijving van een volwaardige windmolen en het smelten van bijenwas in een zonnewasssmelter (heerlijk woord) terwijl er zoveel meer mogelijk is.
Andere thema's zijn leuk om eens te lezen, zoals glasblazen en het bouwen van een hoogoven, maar ik vraag me wel af wie er daadwerkelijk zijn eigen ruiten gaat blazen.
Al met al vind ik het een verrijking voor mijn boekenkast. Het laat op mooie wijze zien welke, relatief eenvoudige, technieken we allemaal tot onze beschikking hebben om zelfvoorzienend te leven op kleine schaal in, en vooral mét, de natuur.
Het boek kan je hier bestellen: